Artikel verschenen op http://www.secunews.be op 28 Maart 2012. Om het artikel te zien op de website van Secunews, klik hier.
Evelyne Josse, 2012
In een vorig artikel focusten we op de voorbereiding van de taak van politieagenten om de nabestaanden op de hoogte te brengen van een tragisch overlijden. Nu willen we wat dieper ingaan op de verschillende stappen van het gesprek zelf.
Na zich te hebben voorgesteld, verzekeren de politieagenten zich ervan dat ze te maken hebben met de meest naaste familieleden van de overledene. Ze verzoeken de familie om te gaan zitten en nemen zelf ook plaats.
Het overlijden moet op een eenvoudige en directe manier worden meegedeeld, maar vol warmte en medeleven. Een van de agenten neemt het woord en zegt bijvoorbeeld : ”Ik heb slecht nieuws voor u”. Hij last een korte pauze in om de familie de tijd te geven zich mentaal voor te bereiden, en vervolgt : “Uw familielid, de heer / mevrouw X, is helaas overleden ». Na weer een korte pauze zegt hij : “Het spijt me”. Vervolgens geeft hij de nodige informatie over de plaats, de tijd en de omstandigheden van de gebeurtenis. Hij spreekt over de overledene steeds in de tegenwoordige tijd, niet in de verleden tijd.
Hij neemt dan de tijd om de eerste reacties van de nabestaanden op te vangen (geschreeuw, huilbui, woeduitbarsting, shock,…). Hij bevestigt en normaliseert deze reacties met korte, eenvoudige zinnen zoals “Het is moeilijk. Het is normaal dat u zo reageert”.
Hij drukt zijn medeleven ook op non-verbale wijze uit (met voorovergebogen houding, een hoofdknik, geruststellende gebaren en zachte stem) waardoor hij de boodschap geeft dat hij luistert en openstaat voor hun reacties. Hij toont begrip zonder daarbij naar zichzelf te verwijzen. Uitspraken als : “Ik kan me heel goed voorstellen hoe moeilijk dit voor u is” of “Ik begrijp heel goed hoe u zich nu voelt” kunnen helemaal verkeerd worden opgevat en reacties uitlokken als “U kunt zich dat helemaal niet voorstellen !” en “U kunt helemaal niet begrijpen hoe ik me nu voel !”
Als de eerste grote schok voorbij is, beginnen de nabestaanden meestal vragen te stellen. De politieagent beantwoordt hun vragen met feiten voor zover hij daarvan op de hoogte is, maar geeft niet meer details dan die waarnaar wordt gevraagd. Als hij echter informatie heeft over de laatste ogenblikken voor het overlijden die enige troost kan bieden, zal hij die wel doorgeven, bijvoorbeeld : “Hij heeft niet geleden”. Tijdens het hele gesprek noemt hij het slachtoffer steeds bij de naam of volgens de plaats in het gezin (bv. uw vader, uw dochter, …) en vermijdt te allen tijde woorden als “lijk”, “stoffelijk overschot” of “dode” en adjectieven als “verbrijzeld”, “uiteengereten” e.d.
Als dat enigszins mogelijk is, zorgen de politieagenten ervoor dat de nabestaanden na het gesprek niet alleen achterblijven. Er kan bijvoorbeeld iemand van de dienst Slachtofferhulp van de betrokken politiezone worden opgeroepen om de nabestaanden verder te begeleiden. Als dit om een of andere reden niet kan, vragen ze een buur, een vriend of iemand van de familie om hun plaats in te nemen. Ze zeggen dat ze steeds beschikbaar zijn en laten de gegevens achter van de dienst waar de nabestaanden hen kunnen bereiken als ze nog vragen hebben.
Vorige artikel :
– Een tragisch overlijden melden aan de nabestaanden, een moeilijke opdracht…
– Hoe brengen we de nabestaanden op de hoogte van een tragisch overlijden ?
Evelyne Josse
Psychologe, psychotherapeute
Bron: http://www.secunews.be