Gehandicapte kinderen en seksueel misbruik

Artikel verschenen op http://www.secunews.be op 24 Februari 2012. Om het artikel te zien op de website van Secunews, klik hier.
Evelyne Josse, 2012

Seksueel misbruik: het kan elk kind overkomen, ongeacht geslacht, leeftijd of herkomst. Toch lopen bepaalde groepen kinderen meer risico’s dan andere, bijvoorbeeld door hun lichamelijke of geestelijke gezondheid, hun thuissituatie of het milieu waarin ze opgroeien.

We denken dan in de eerste plaats aan kinderen met een handicap (gebrek en/of onvermogen op lichamelijk, geestelijk, cognitief, zintuiglijk of communicatief vlak) of met een psychiatrische stoornis. Zij zijn veel kwetsbaarder voor allerlei vormen van mishandeling dan hun “gewone” leeftijdgenootjes, in welke omgeving ze ook verblijven: thuis, op internaat, in een jeugdbeschermingsinstelling,…

De risico’s op mishandeling en misbruik van mentaal gehandicapte kinderen

Mentaal gehandicapte kinderen en kinderen met een psychiatrisch ziektebeeld vormen zonder twijfel de meest kwetsbare groep. Hun onvermogen zichzelf te verdedigen (bv. door geremdheid, passiviteit, het onvermogen te reageren op agressie, een oeverloos vertrouwen in andere mensen), hun moeite met of onvermogen om situaties in te schatten (bv. door beperkte verstandelijke vermogens, een beperkt voorstellingsvermogen, verwardheid) of hun onvermogen om adequaat te communiceren (bv. door een spraakstoornis, taalarmoede, persoonlijkheidsstoornissen) vergroten het risico slachtoffer te worden van een of andere vorm van mishandeling.

Autistische kinderen lopen dan weer iets minder risico door hun afwerende gedrag (schreeuwen, opgewonden bewegingen, enz.) en hun ingebouwde wantrouwen tegenover mensen die hun eigen, afgeschermde wereldje binnen dringen en tegenover onbekenden die hen willen benaderen.

Maar zelfs al geven dergelijke kinderen signalen over geweld of misbruik waarvan ze het slachtoffer werden, dan nog zijn ze vaak niet in staat om aan te geven wat er werkelijk precies aan de hand is, door hun beperkte vermogen om zich uit te drukken. Bovendien hebben deze kinderen vaak een schrijnend gebrek aan affectie, zowel thuis als in een instelling en ongeacht hun leeftijd – ook al is dat niet altijd zo zichtbaar voor de buitenwereld. Hun isolement en beperkte sociale contacten maken het voor hen nog moeilijker om eventueel misbruik aan te geven en om hulp te vragen.

Het risico op seksueel misbruik is des te groter bij deze groep kinderen doordat de handicap van het kind vaak een sterk fysiek contact noodzaakt van een of meerdere volwassenen. Dergelijke lichamelijke zorgen en intieme contacten tussen het kind en de verzorgers (ouders of hulpverleners van een gespecialiseerde instelling) kunnen beetje bij beetje « afglijden » naar ongepaste handelingen en seksueel misbruik.

Voor adolescenten die door ernstige invaliditeit of verlamming nog afhankelijker zijn op het vlak van lichamelijke verzorging, stelt zich bovendien het probleem van de eventuele vraag om hulp bij zelfbevrediging. Ook al kunnen dit soort bijzondere zorgen op zich zeker niet worden beschouwd als seksueel misbruik, toch kan dit bepaalde (seksuele) spanningen oproepen en op termijn wel leiden tot een of andere vorm van misbruik.

Het feit dat deze kinderen en jongeren vaak niet of nauwelijks op de hoogte zijn van alles wat met seksualiteit te maken heeft, maakt het er uiteraard niet eenvoudiger op.

In een volgend artikel gaan we dieper in op hoe het komt dat handicaps en ernstige persoonlijkheidsstoornissen de drempel naar seksueel misbruik aanzienlijk verlagen, zowel thuis als in een instelling.

Evelyne Josse

Psycholoog, psychotherapeut

Bron: http://www.phac-aspc.gc.ca

Dans la même rubrique